In de wet is de zogenoemde ketenregeling opgenomen. Op grond van deze ketenregeling mogen er maximaal drie contracten voor bepaalde tijd worden gesloten. Het vierde contract is dan automatisch een contract voor onbepaalde tijd. Tussen deze contracten mogen tussenpozen van maximaal zes maanden zitten. De contracten hoeven dus niet per sé direct aansluitend te zijn.
De maximumtermijn waarbinnen deze drie contracten voor bepaalde tijd mogen worden gesloten is 36 maanden. Als deze termijn wordt overschreden, geldt vanaf dat moment de laatste arbeidsovereenkomst ook voor onbepaalde tijd.
De ketenregeling geldt ook voor elkaar opvolgende werkgevers. Dat is aan de orde wanneer de werknemer dezelfde werkzaamheden blijft doen, maar juridisch gezien een andere werkgever krijgt. Anders zou de ketenregeling op deze manier omzeild kunnen worden.
Uitzonderingen
Er gelden een aantal uitzonderingen op de ketenregeling, zoals voor arbeidsovereenkomst aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg en voor de arbeidsovereenkomst met een werknemer die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en gemiddeld niet meer dan 12 uur per week werkt. Ook voor werknemers die de AOW-leeftijd al hebben bereikt, geldt een aangepast regime. Er mogen in dat geval 6 contracten in een periode van maximaal 38 maanden worden gesloten. Bij CAO mag er in bepaalde gevallen ook van de ketenregeling worden afgeweken. In de uitzendbranche is dit het geval.