Wanneer ben je als bestuurder van een BV privé aansprakelijk?
Een bestuurder van een BV is in principe niet hoofdelijk aansprakelijk met zijn privé vermogen. Maar er zijn enkele uitzonderingen.
Een bestuurder van een BV is in principe niet hoofdelijk aansprakelijk met zijn privé vermogen. Maar er zijn enkele uitzonderingen.
Ondernemen is uitdagend. Als ondernemer moet je ook risico’s nemen. Pakt dat goed uit, dan zie je je bedrijf groeien. Pakt het verkeerd uit, met financiële schade tot gevolg, dan kun je afhankelijk van de rechtsvorm als ondernemer privé aansprakelijk zijn of worden gesteld voor de ontstane schulden. Eén van de kenmerken van de besloten vennootschap (BV) is dat het een afgescheiden vermogen heeft, waardoor de bestuurders in principe niet hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van hun onderneming. Daar zijn enkele uitzonderingen op. Die vallen onder wat we noemen bestuurdersaansprakelijkheid.
Wanneer kun jij als bestuurder van een bv tóch privé aansprakelijk worden gehouden? Er zijn drie hoofdvormen van bestuurdersaansprakelijkheid:
Het bestuur van een BV is verplicht zijn werk voor de BV goed te doen (behoorlijke taakvervulling). Gebeurt dat niet en kan het bestuur een zogenoemd ernstig verwijt worden gemaakt in het uitvoeren van haar werkzaamheden, dan is het hele bestuur collectief aansprakelijk.
Voorbeelden van onbehoorlijk bestuur zijn:
- handelen in strijd met wettelijke, statutaire of andere regels die de BV horen te beschermen;
- het onbevoegd sluiten van een overeenkomst;
- het nemen van beslissingen met verregaande financiële consequenties zonder behoorlijke voorbereiding;
- het vermengen van privézaken met zaken van de BV.
Als er sprake is van onbehoorlijk bestuur kun je als individuele bestuurder slechts aan aansprakelijkheid ontkomen:
als je bewijst dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan jou te wijten is
én je kunt aantonen dat je maatregelen hebt getroffen om de gevolgen van de onbehoorlijke taakvervulling af te wenden.
Externe bestuurdersaansprakelijkheid gaat over aansprakelijkheid tegenover derden, zoals leveranciers, klanten en de Belastingdienst. Een derde kan de bestuurder in zijn privévermogen aanspreken als de bestuurder een ‘persoonlijk en voldoende ernstig verwijt’ gemaakt kan worden. Dit is een zware maatstaf en aansprakelijkheid zal niet snel worden aangenomen.
De twee meest voorkomende gevallen waarin aansprakelijkheid op deze grond wél wordt aangenomen, zijn:
- het namens de BV sluiten van een overeenkomst terwijl je weet of had moeten weten dat de BV de overeenkomst niet na kan komen;
- ervoor zorgen dat de BV haar lopende verplichtingen richting een derde niet nakomt, terwijl de bestuurder daarbij weet dat deze derde daardoor schade lijdt en de BV deze schade in de toekomst niet zal kunnen vergoeden.
Bij een faillissement is iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor het bedrag van het boedeltekort van de failliete BV als:
het bestuur niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend bestuur mag worden verwacht én het aannemelijk is dat dat een belangrijke oorzaak is van het faillissement.
Ook deze norm is een zware maatstaf en zal niet snel worden aangenomen. Let wel: als er geen boekhouding is bijgehouden of als de jaarrekening niet op tijd is gepubliceerd, wordt vermoed dat er sprake is van onbehoorlijke taakvervulling. In die gevallen moet het bestuur dus tegenbewijs leveren tegen de voorlopig aangenomen aansprakelijkheid.
Hierboven is de bestuurdersaansprakelijkheid in grote lijnen beschreven. Wil je meer weten over bestuurdersaansprakelijkheid, bijvoorbeeld over de mogelijkheden waaronder jij je als bestuurder kan disculperen óf juist over de mogelijkheden een bestuurder persoonlijk aansprakelijk te stellen? Neem contact op met Tom Kools van HELIO advocaten|mediators: (0165) 592 036 of kools@helioadvocaten.nl.