De rechter kan alleen verplicht zorg opleggen als aan de wettelijke criteria is voldaan: er moet sprake zijn van een psychische stoornis en gevaar. En, er moeten geen andere - minder vergaande maatregelen van zorg – mogelijk zijn. De bedoeling is om verplichte vormen van zorg zo veel mogelijk te voorkomen. Alleen als het echt niet anders kan moet de rechter een beslissing nemen.
Op het moment het gaat om een verplichte zorg hoort de rechter een patiënt en krijgt de patiënt een advocaat toegewezen om zijn rechten te waarborgen en zijn belangen tijdens een zitting te behartigen.
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg geldt niet voor mensen met de diagnose dementie of voor mensen met een verstandelijke beperking. Op deze groep is de Wet zorg en dwang van toepassing. Ook in die wet is de mogelijkheid opgenomen voor de rechter om verplichte zorg op te leggen als de patiënt zorg in het vrijwillige kader weigert en hij wel zorg nodig heeft.
Heb je vragen over de Wet verplichte ggz of over de Wet zorg en dwang? Neem contact op met Babette van Vugt of Marianne Heesmans via onze contact pagina.